Beschermingsbewind is een beschermingsmaatregel waarbij een veelal natuurlijk persoon wordt benoemd tot wettelijk vertegenwoordiger op vermogensrechtelijk gebied (beschermingsbewindvoerder) van de onderbewindgestelde.
Bewind kan worden toegekend door de kantonrechter. Voorwaarde voor toekenning is dat betrokkene tijdelijk dan wel duurzaam niet zelfredzaam is om zijn/haar financiën te beheren. Dat kan komen door een geestelijke of lichamelijke toestand en/of in een situatie waarbij als gevolg van een problematische schuldensituatie betrokkene niet meer in staat is zijn/haar financiën te beheren (zogenaamd Schuldenbewind).
Bij beschermingsbewind ligt het beheer en de verantwoordelijkheid over de financiën en de bezittingen bij de bewindvoerder. De uitvoering van het bewind wordt gerealiseerd door een twee rekeningenstructuur. Op één rekening worden alle inkomsten voor betrokkene ontvangen en van deze rekening worden de vaste lasten en overige uitgaven betaald (beheerrekening). Op de andere rekening (leefgeldrekening) wordt in overleg periodiek (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) geld overgemaakt aan de betrokkene voor dagelijkse uitgaven. Alle financiële post wordt voor betrokkene ontvangen op een correspondentieadres.
De onderbewindgestelde kan niet zonder toestemming beschikken over zijn/haar geld en kan ook niet zonder toestemming financiële verplichtingen aangaan. Formeel is de onderbewindgestelde wel handelingsbekwaam maar niet handelingsbevoegd. Cruciaal voor een succesvol bewind is dat betrokkene gemotiveerd is om het bewind aan te gaan en daar waar nodig de hulpverlening/begeleiding betrokken is en blijft om de problematiek die aanleiding geeft voor het bewind beheersbaar te houden.